Zitting Raad van State 3 december 2019
Het aangepaste bestemmingsplan en de omgevingsvergunning voor Windpark Koningspleij worden op 3 december 2019 behandeld op een zitting van de Raad van State (RvS). Tijdens deze zitting worden ook de beroepen tegen de watervergunning voor het windpark behandeld. In principe doet de RvS zes weken na de zitting uitspraak hierover, maar deze termijn kan worden verlengd.
Op 13 januari 2019 deed de RvS uitspraak over de beroepen die waren ingediend inzake het bestemmingsplan, de omgevingsvergunning en de ontheffing op de Wet natuurbescherming voor de vier windmolens langs de Pleijroute in Arnhem. De beroepen tegen de ontheffing Wet natuurbescherming werden ongegrond verklaard waardoor deze ontheffing onherroepelijk is geworden.
Ook de beroepen tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning werden grotendeels ongegrond verklaard. Het enige punt waar de Raad van State moeite mee had, zijn twee woningen aan de Veerweg die zijn aangemerkt als bedrijfswoningen van het windpark. Door deze woningen aan te merken als bedrijfswoningen, mag de hoeveelheid geluid en slagschaduw die de windmolens hier veroorzaken groter zijn dan normaal gesproken de norm is voor woningen in de omgeving van windmolens. Volgens de RvS was onvoldoende aangetoond in het bestemmingsplan dat dit bedrijfswoningen zijn.
De gemeente en de initiatiefnemers van het windpark kregen daarom de gelegenheid om dit onderdeel van het bestemmingsplan te verbeteren en beter te motiveren. Dat is gebeurd en de gemeenteraad van Arnhem heeft op 15 mei 2019 deze verbetering vastgesteld. Nu is het aan de Raad van State om hier uitspraak over te doen. Tijdens de zitting op 3 december kan de Raad van State vragen stellen aan de gemeente, initiatiefnemers en indieners van de beroepen. Als de RvS oordeelt dat de verbetering voldoende motiveert dat er sprake is van bedrijfswoningen en de beroepen tegen het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning ongegrond zijn, zijn het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning onherroepelijk. Indien de Raad van State ook de beroepen tegen de watervergunning afwijst kan de bouw van de windmolens verder worden voorbereid en uitgevoerd.